Over de Noorse Boskat, Introductie
Type:
Ze zijn groot en stevig gebouwd, vrouwtjes kleiner dan de mannetjes. Het lichaam is lang en ze hebben lange poten, de achterpoten horen langer te zijn dan de voorpoten. Ze hebben een sterke bottenstructuur. De poten zijn rond met grote klauwen, lange haren groeien tussen de kussentjes onder de poten, de lange tenen en klauwen zorgen ervoor dat ze gemakkelijk in bomen en op rotsen kunnen klimmen. Noorse Boskatten kunnen een boom klimmen en met hun hoofd naar beneden weer naar afdalen. De katten zijn in ongeveer 3 jaar volgroeid, eexemplarische gevallen groeien wel tot hun 5e jaar door.
De kop: De kop is driehoekig met drie gelijke zijde en in proportie met het lichaam. De neus hoort lang en recht te zijn zonder een knik. De lengte van de neus is iets korter dan de lengte van het voorhoofd en is iets breder tussen de ogen dan de punt aan het uiteinde . De kaaklijn hoort geleidelijk breder te worden vanaf het puntje van de neus tot de kaak en de oren.
De Staart: Lang en pluizig (zoals een vos). Wanneer de staart over de rug wordt getrokken zou deze de nek moeten raken. De laatste wervel moet dan uitkomen tussen de schouderbladen.
De ogen: Groot en open, een beetje gekanteld. Alle kleuren zijn toegestaan, bij voorkeur passend bij de kleur van de vacht. Hun ogen moeten helder en open staan en niet te rond (zoals Perzen) of te oriëntaal (zoals Siamezen).
De oren: Hoog geplaatst, scherp, open, rechtop en met pluimpjes (zoals een lynx) en met lange haren van binnenuit. De oren zijn iets naar buiten gericht en de buitenste rand ligt in een vloeiende lijn met de kaak
De vacht: Half lang en dubbel (een onder en bovenvacht). Een duidelijk verschil tussen zomer- en wintervacht, alleen de staart is altijd pluizig. In de winter is er een volle kraag, lange haren op de achterpoten en een hele pluizige staart. In de zomer is de vacht korter en is er bijna geen ondervacht. Soms verraadt alleen de staart dat het een halflangharige kat is. De lengte van de vacht wordt ook bepaald door de bloedlijn. Temperatuur en zon is ook van grote invloed op de lengte van de vacht. De waterafstotende bovenvacht zal ervoor zorgen dat een "natte" kat snel weer droog is als de kat al nat wordt.
Kleuren: Alle kleuren zijn toegestaan, behalve Siamezen kleuren. De hoeveelheid wit is niet belangrijk. Het type en qualiteit vacht zijn belangrijker dan patronen en kleuren.
Verzorging en karakter: Ondanks zijn wilde voorkomen is de Noose Boskat een echte huiskat. De Noor is zeer sociaal en knuffelt graag en altijd en probeert om bij of op je te komen zitten zelf wanneer dit niet uitkomt. Hij kan gemakkelijk gehouden worden in een appartement, maar net als elke andere kat moet hij kunnen rennen en spelen en zijn energie kunnen gebruiken (en dat is behoorlijk wat). Een buiten kooi aan het huis of een balkon afgezet door een hek is ideaal. Een krabpaal is ook erg zinvol. Ze zijn heel zachtaardig met spelen, erg aanhankelijk en heel intelligent. Je kunt ze zelfs leren hun eigen speeltjes naar je terug te brengen. Intelligentie is noodzakelijk voor een wilde boerderijkat om te jagen en te overleven.
De vacht heeft weinig verzorging nodig. Regelmatig kammen is altijd zinvol, zo voorkom je klitten in de kraag en bij de poten. Vooral in de herfst en lente is het noodzakelijk om te kammen om de "oude" vacht te verwijderen.
Epiloog: Het fokken van Noorse Boskatten moet gefocust blijven op het behoud van het originele type en niet om te streven naar een nieuwer en extremer type. Een natuurlijke puurbloed hoort en hoeft niet verandert te worden. Een dergelijke verandering in type zoals bij de Siamese kat tussen de vijftiger jaren en nu is niet aan te raden. Veranderingen in ras standaards zijn er altijd geweest, maar gericht op een betere ras specificatie. De interpretatie van de ras standaard door keurmeesters op kattenshows kunnen leiden tot lichte veranderingen in het uiterlijk van de Noorse Boskat.
Kruisen is niet wenselijk, de Noorse Boskat als een puur ras en specifieke karakteristieken zullen daarbij verloren gaan.